Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Saul [12]vraagde den HEERE; maar de HEERE antwoordde hem niet; [13]noch door [14]dromen, noch door [15]de urim, noch [16]door de profeten. 12. Te weten, door enigen profeet, want Abjathar was dezen tijd bij David, met den efod, waar de urim en thummim, door welke men den Heere vraagde, in waren. Zie boven, hfdst.23 vs.6, en hfdst.30 vs.7. 13. In het Hebreeuws staat voor noch driemaal ook. Waarop men moet verstaan het woordje niet, uit het voorgaande, hetwelk tezamen zoveel is als noch. 14. Zie Num.12:6. 15. Zie Num.27:21. 16. Dat is, noch door gewoonlijke, noch op een bijzondere wijze.